25091 |
vermengen |
mengen:
menge (Q020p Sittard)
|
in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20813 |
vermicelli |
vermicelle (fr.):
fermesjël (Q020p Sittard)
|
vermicelli
III-2-3
|
18853 |
vermoeden |
vermoeden:
ich vermoed (Q020p Sittard)
|
het menen dat iets waarschijnlijk is, het veronderstellen dat iets zo is [vermoeden, bronsel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25098 |
vernielen |
vernielen:
verneele (Q020p Sittard)
|
vernielen [SGV (1914)]
III-4-4
|
23374 |
verpachte banken |
verpachte banken:
verpachde baenk (Q020p Sittard)
|
De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20850 |
verpieteren |
zauwelen:
De kaffee is verzauelt: de koffie is verprutterd
zauele (Q020p Sittard)
|
eten door te lang laten pruttelen bederven
III-2-3
|
18899 |
verplichting |
moeten:
mótte (Q020p Sittard)
|
het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24997 |
verpulveren |
verpulveren:
verpulveren (Q020p Sittard)
|
tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
versjaald (Q020p Sittard),
vèrsjààəlt (Q020p Sittard),
vərsjaalt (Q020p Sittard),
verzauweld:
verzauweld (Q020p Sittard)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25090 |
verschieten |
verschieten:
versjeite (Q020p Sittard)
|
anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|