21702 |
buur |
nabuur:
naober (Q020p Sittard)
|
iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20223 |
buurman |
nabuur:
naober (Q020p Sittard),
noaber (Q020p Sittard),
nabuurman:
noaberman (Q020p Sittard)
|
buurman [SGV (1914)], [ZND 22 (1936)] || iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20241 |
buurt |
buurt:
hee woont in de buurt (Q020p Sittard),
nabuurschap:
in de noabersjöp (Q020p Sittard),
naobersjap (Q020p Sittard)
|
buurt (in de ~) [SGV (1914)] || het deel van een stad of dorp waarvan de bewoners elkaar goed kennen [buurt, gebuurt, geburen, naoberschap] [N 90 (1982)] || Hij woont in de buurt [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
21305 |
buurten |
buurten:
buurte (Q020p Sittard),
uchteren:
veer goan uchtere (Q020p Sittard)
|
buurten (wij gaan ~) [SGV (1914)] || Hoe heet het gebruik in de winter s avonds bij de buren te gaan zitten praten? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
21304 |
buurvrouw |
buurvrouw:
buurvrouw (Q020p Sittard),
nabuur:
noaber (Q020p Sittard),
nabuurvrouw:
noabervrouw (Q020p Sittard)
|
buurman [SGV (1914)] || buurvrouw [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
20865 |
cacao |
cacao:
kakou (Q020p Sittard)
|
cacao
III-2-3
|
22411 |
caleidoscoop |
kijkbus:
kikbøͅs (Q020p Sittard)
|
Een kijker die eenvoudige daarin gelegde kleurige voorwerpjes veelvoudig weerspiegelt en zo regelmatige bij de geringste beweging telkens afwisselende figuren vertoont [caleidoscoop, kijkbus]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23398 |
calvarieberg op het kerkhof |
kruisgroep:
kruitsgroep (Q020p Sittard)
|
De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21144 |
calèche |
calche (fr.):
kalesj (Q020p Sittard)
|
een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
29599 |
campagne, seizoen |
campagne:
kǫmpanjǝ (Q020p Sittard)
|
Die tijd van het jaar waarin de weersgesteldheid zodanig was, dat de mogelijkheid bestond in de buitenlucht vormelingen te drogen. Volgens een invuller uit Q 95 was de term campagne uit de tijd van de veldovens; later bij ring- en vlamovens werd hij minder gebruikt. [N 98, 7; monogr.]
II-8
|