e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaatdoek schotelslet: Och dat schòttelslet, da mikt zó mennig ki‰ndje net:Voordat de kinderen naar school gingen, werd dikwijls nog even met een \"vaatdoek\"door het gezicht gewreven, om het ergste vuil eraf te vegen  schòttelslet (Smakt) vaatdoek III-2-1
vader ons vader: òs vader (Smakt), òz’ vader (Smakt), onze vader: òzze vader (Smakt), oude: âlde (Smakt), oudeheer: âldenhieër (Smakt), vad: vát (Smakt), vader: vader (Smakt) vader || vader (minderwaardig) || vader (onze -) || vader (oude heer) III-2-2
valgordijn, rolgordijn valgordijn: valgerdien (Smakt) valgordijn III-2-1
varen (alg.) varen: vare (Smakt) varen (plant) III-4-3
varken van drie tot vijf maanden mestvarken: mē̜stvē̜rkǝ (Smakt) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens mesten mesten: mē̜stǝ (Smakt) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensblaas blaas: blǭs (Smakt) In dit lemma zijn alleen monografische gegevens verwerkt. Zie ook het lemma ''blaas van een geslacht varken'' in wld II.1 (huisslachter, bakker), blz. 41. [huisslachter, bakker] I-12
varkensvet smout: smâlt (Smakt, ... ), wit vet: witvet (Smakt, ... ) reuzel || smout || varkensvet || wit varkensvet III-2-3
vat, ton ton: ton (Smakt) Een vat of ton is uit houten duigen en twee bodems samengesteld en wordt met behulp van houten of metalen banden bijeen gehouden. Het middendeel ervan, de buik, heeft de grootste omvang. Vanuit het midden loopt het vat naar het boven- en ondereinde smaller toe. [N E, L; L 21, 40; monogr.] II-12
veel drinken buizen: böjze (Smakt), heffen: Hij is te voel um òp zien werk veul te höffe, már dat ândere höffe duut hij vuis te gaer höffe is hier ook optillen  höffe (Smakt), jeppen: jɛpə (Smakt), lappen: leppe (Smakt) drinken van alkohol in behoorlijke mate || veel drinken || veel en met kleine beetjes drinken || veel sterke drank drinken III-2-3