e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vriesweer vriesweer: vriēswaer (Smakt) vriesweer III-4-4
vrijgezel oude viool: âlde fioeël (Smakt), vrijgezel: vreejgezél (Smakt) oude vrijster || vrijgezel III-2-2
vroedvrouw wijsvrouw: wiesvròw (Smakt) vroedvrouw, baker III-2-2
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrow (Smakt), vrouwlie: vrow-lie(den)  vrollie (Smakt), vrouwmens: vrowmeens (Smakt), vrouwvolk: vrowvolk (Smakt), wijf: wief (Smakt), wijfje: wiēfke (Smakt) vrouw || vrouw; koosnaam || vrouwen || vrouwen (mv.) || vrouwspersoon III-2-2
vrouwelijk lam germ: gē̜rm (Smakt) [L 34, 34; L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; R 3, 36; N 70, 3; N 19, Q 111 add.; AGV m 3; monogr.] I-12
vrouwelijke kalkoen schroethen: sxrūthęn (Smakt) [A 6, 3b; L 1, 113; monogr.] I-12
vrouwziek maagdjesgek: megjesgek (Smakt), op jacht zijn: òp jácht zien (Smakt) meisjesgek || op een meisje uit zijn III-2-2
vuilnisbak dreksbak: dreksbák (Smakt), Ok ien ennen dreksbák viende wel \'s wat van waerde: ook van het schijnbaar waardeloze kan men soms iets leren  dreksbák (Smakt) asemmer || vuilnisemmer III-2-1
waaienx waaien: waeje (Smakt) waaien III-4-4
waarderen waarderen: wátdieëre (Smakt) waarderen III-1-4