32708 |
bijeenploegen |
opeenaan varen:
op˱ęi̯nǭn vǭ.rǝ (Q096d Smeermaas)
|
Bijeenploegen is de manier van ploegen (met een niet-wentelbare ploeg), waarbij de voren van twee kanten naar het midden van de akker worden omgekeerd. Men begint in het midden van de akker, waar men twee voren tegen elkaar ploegt. Vervolgens ploegt men de 3e voor tegen de Ie aan, de 4e tegen de 2e, de 5e tegen de 3e, enz. Na iedere voor gaat men, terwijl men de ploeg laat slepen, over de keerstrook naar de andere helft van de akker, om daar de volgende voor te ploegen. Die sleepweg wordt langer, naarmate het ploegwerk vordert. Laaggelegen en natte akkers werden in het midden gewoonlijk wat hoger aangeploegd. Termen met rug lijken daarop te wijzen. Wat de typen in de middel beginnen, in de middel aanschieten, in de midland aanschieten e.d. betreft, die de bedoelde ploegwijze benoemen naar of ook bruikbaar zijn voor het ploegen van de eerste voren daarbij, zie men ook het lemma De Eerste Voor Ploegen, onder B. [N 11, 49; N 11A, 119a; JG 1a + 1b + 1c; A 33, 1a + b; monogr.]
I-1
|
33088 |
bijgooier |
bijgooier:
bē̜i̯ǝgui̯ǝr (Q096d Smeermaas)
|
De bijgooier is de tussenpersoon tussen de afsteker van de wagen en de tasser in de schuur. Zie de toelichtingen bij de lemma''s ''graan stapelen in de schuur'' (5.1.11) en ''afsteker'' (5.1.12). [N 15, 50; monogr.]
I-4
|
17652 |
bil |
bats:
batsə (Q096d Smeermaas, ...
Q096d Smeermaas),
dop:
dǫp (Q096d Smeermaas)
|
bil (niet de dij, maar het achterdeel) [N 10b (1961)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9, III-1-1
|
21641 |
biljet van duizend frank |
briefje van duizend frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
brēfkə van dūzəntfraŋ (Q096d Smeermaas)
|
1000 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21638 |
biljet van duizend gulden |
briefje van duizend gulden:
ps. omgespeld volgens Frings.
brēfkə van dūzəntxəldə (Q096d Smeermaas)
|
1000 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21623 |
biljet van honderd frank |
briefje van honderd frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
brēfkə van hondərt fraŋ (Q096d Smeermaas)
|
100 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21637 |
biljet van honderd gulden |
briefje van honderd gulden:
ps. omgespeld volgens Frings.
brēfkə van hondərtxəldə (Q096d Smeermaas)
|
100 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21612 |
biljet van tien gulden |
briefje van tien gulden:
ps. omgespeld volgens Frings.
brēfkə van tin xəldə (Q096d Smeermaas)
|
10 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21620 |
biljet van twintig frank |
briefje van twintig frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
brēfkə van twentəxfraŋ (Q096d Smeermaas)
|
20 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21634 |
biljet van twintig gulden |
briefje van twintig gulden:
ps. omgespeld volgens Frings.
brēfkə van twintexəldə (Q096d Smeermaas)
|
20 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|