26403 |
velg |
velling:
vęleŋ (Q096d Smeermaas)
|
De oorspronkelijke betekenis van de term velg is "elk van de vier tot zes gebogen houten blokken, die samen de rand van het wiel vormen en waarin de spaken vastgemaakt worden". Een aparte term voor de volledige houten rand bestond oorspronkelijk niet. Er is verwarring rond de term gekomen bij de opkomst van de fiets- en de autowielen, waarvan de randen niet uit aparte deeltjes bestonden, maar die uit één stuk gemaakt waren. Deze randen werden ook "velgen" genoemd. De verwarring blijkt duidelijk uit het feit dat voor zowel het houten blok als voor de volledige rand dezelfde termen, velg en velling, werden opgegeven en in de opgaven verschijnt vaak het meervoud, vooral in de betekenis van "houten rand". Sommige opgaven zijn echter samenstellingen, waaruit de betekenis eenduidig blijkt. Deze woordtypes staan onder B. en C. geordend en betekenen resp. "houten blok" en "wielrand". [N 17, 65a-b + add; N G, 45a-b; JG 1a; JG 1b; JG 2b; A 4, 20a + c; L 20, 20c; monogr.]
I-13
|
34131 |
ver uitspringende hielen |
lange hakken:
laŋ hakǝ (Q096d Smeermaas)
|
[N 3A, 144a; monogr.]
I-11
|
34155 |
verdrogen |
nalaten:
nǭlǭtǝ (Q096d Smeermaas)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
19597 |
vergiet |
zijbaar:
zeͅi̯bōͅr (Q096d Smeermaas)
|
zeef in het algemeen [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅpslōn (Q096d Smeermaas)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34171 |
verkeerd liggen |
verkeerd liggen:
verkeerd liggen (Q096d Smeermaas)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18002 |
verkleumd |
verkild:
vərkelt (Q096d Smeermaas),
verkleumd:
vərklømt (Q096d Smeermaas)
|
verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
vervangen:
vǝrvaŋǝ (Q096d Smeermaas)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
21685 |
verkwanselen |
verknoeien:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərknujə (Q096d Smeermaas)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21659 |
verlagen |
afslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
ōͅfslōn (Q096d Smeermaas)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|