e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smeermaas

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
velg velling: vęleŋ (Smeermaas) De oorspronkelijke betekenis van de term velg is "elk van de vier tot zes gebogen houten blokken, die samen de rand van het wiel vormen en waarin de spaken vastgemaakt worden". Een aparte term voor de volledige houten rand bestond oorspronkelijk niet. Er is verwarring rond de term gekomen bij de opkomst van de fiets- en de autowielen, waarvan de randen niet uit aparte deeltjes bestonden, maar die uit √©√©n stuk gemaakt waren. Deze randen werden ook "velgen" genoemd. De verwarring blijkt duidelijk uit het feit dat voor zowel het houten blok als voor de volledige rand dezelfde termen, velg en velling, werden opgegeven en in de opgaven verschijnt vaak het meervoud, vooral in de betekenis van "houten rand". Sommige opgaven zijn echter samenstellingen, waaruit de betekenis eenduidig blijkt. Deze woordtypes staan onder B. en C. geordend en betekenen resp. "houten blok" en "wielrand". [N 17, 65a-b + add; N G, 45a-b; JG 1a; JG 1b; JG 2b; A 4, 20a + c; L 20, 20c; monogr.] I-13
ver uitspringende hielen lange hakken: laŋ hakǝ (Smeermaas) [N 3A, 144a; monogr.] I-11
verdrogen nalaten: nǭlǭtǝ (Smeermaas) Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a] I-11
vergiet zijbaar: zeͅi̯bōͅr (Smeermaas) zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1
verhogen opslaan: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅpslōn (Smeermaas) verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkeerd liggen verkeerd liggen: verkeerd liggen (Smeermaas) Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49] I-11
verkleumd verkild: vərkelt (Smeermaas), verkleumd: vərklømt (Smeermaas) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkouden vervangen: vǝrvaŋǝ (Smeermaas) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] I-9
verkwanselen verknoeien: ps. omgespeld volgens Frings.  vərknujə (Smeermaas) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen afslaan: ps. omgespeld volgens Frings.  ōͅfslōn (Smeermaas) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1