18226 |
versleten |
versleten:
versleeəte (P054p Spalbeek),
verslete (P054p Spalbeek)
|
verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
34235 |
verstopte speen |
stop:
stɛp (P054p Spalbeek)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
33454 |
vertikale paal in een poort |
schuurstijl:
sxirstēi̯ǝl (P054p Spalbeek)
|
Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c]
I-6
|
21665 |
verzetten |
verzetten:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərzeͅtə (P054p Spalbeek)
|
Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34071 |
vetkoe |
vetbeest:
vɛtbist (P054p Spalbeek)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
34274 |
vetmesten |
doen drinken:
dy.n dręŋkǝ (P054p Spalbeek)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwēi̯ (P054p Spalbeek)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
33756 |
veulen |
veulen:
vē.lǝ (P054p Spalbeek)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
20574 |
vieruursboterham |
achternoen, de -:
achternoen (P054p Spalbeek)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: vier-uurtje [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
onz.
ie knepke (P054p Spalbeek)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|