e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

Gevonden: 1456
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
elektriciteit elektriek: électrik (Spalbeek) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektrieken tram: electrikke tram (Spalbeek) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) ellende: Hijə zit enne ellende (Spalbeek), ich ben zik van ellende (Spalbeek) Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
engel engel: innen engel twie engele (Spalbeek) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
enten greffelen: greffele (Spalbeek) [ZND 34 (1940)] I-7
epidemie ziekte die aanhalig is: de zikde és aoənhaoəlig (Spalbeek) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
erf mesthof: meͅsthōf (Spalbeek) I-7
erf en omliggende landerijen winning: węniŋ (Spalbeek) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
erwt, algemeen erwt: ɛt (Spalbeek) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  es (Spalbeek) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3