e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

Gevonden: 1456
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
openbare verkoop koopdag: ps. omgespeld volgens Frings.  kybdax (Spalbeek), oproep: ps. omgespeld volgens Frings.  oprup (Spalbeek) openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbroek met linten snelpisser: snälpisər (Spalbeek), snelzeiker: snälzekər (Spalbeek) vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] III-1-3
opgroeiend jong kipje pulletje: pęlǝkǝ (Spalbeek) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
opklaren opentrekken: də loͅxt trekt øpə (Spalbeek), opklaren: də loͅxt klē’ərt oͅp (Spalbeek) opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)] III-4-4
opstapelen van graanzakken ophopen: ǫphupǝ (Spalbeek) Zakken met graan op een hoop zetten. [L 27, 24] I-4
optillen heffen: heffen (Spalbeek) dat kan ik opheffen [ZND 26 (1937)] III-1-2
opzettelijk expres: ook materiaal znd 1a-m  espres (Spalbeek), expres (Spalbeek) opzettelijk [ZND 23 (1937)] III-1-4
os os: ǫs (Spalbeek) Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
oud, versleten paard knol: knǫl (Spalbeek) Zie ook het lemma ''benamingen voor het paard naar de leeftijd'' (2.4.1), sub F. [JG, 1b; A 45, 28a; L 5, 36; L 36, 82; N 8, 20, 62f en 62g; monogr.] I-9
oude versleten hoed weerhoed: we(j)ərhyt (Spalbeek) hoed, oude versleten of ontredderde ~ [loesj, sjaphoed] [N 25 (1964)] III-1-3