21548 |
openbare verkoop |
koopdag:
ps. omgespeld volgens Frings.
kybdax (P054p Spalbeek),
oproep:
ps. omgespeld volgens Frings.
oprup (P054p Spalbeek)
|
openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
snelpisser:
snälpisər (P054p Spalbeek),
snelzeiker:
snälzekər (P054p Spalbeek)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
34480 |
opgroeiend jong kipje |
pulletje:
pęlǝkǝ (P054p Spalbeek)
|
Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c]
I-12
|
25150 |
opklaren |
opentrekken:
də loͅxt trekt øpə (P054p Spalbeek),
opklaren:
də loͅxt klē’ərt oͅp (P054p Spalbeek)
|
opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
33152 |
opstapelen van graanzakken |
ophopen:
ǫphupǝ (P054p Spalbeek)
|
Zakken met graan op een hoop zetten. [L 27, 24]
I-4
|
17900 |
optillen |
heffen:
heffen (P054p Spalbeek)
|
dat kan ik opheffen [ZND 26 (1937)]
III-1-2
|
19037 |
opzettelijk |
expres:
ook materiaal znd 1a-m
espres (P054p Spalbeek),
expres (P054p Spalbeek)
|
opzettelijk [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
34053 |
os |
os:
ǫs (P054p Spalbeek)
|
Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11
|
33763 |
oud, versleten paard |
knol:
knǫl (P054p Spalbeek)
|
Zie ook het lemma ''benamingen voor het paard naar de leeftijd'' (2.4.1), sub F. [JG, 1b; A 45, 28a; L 5, 36; L 36, 82; N 8, 20, 62f en 62g; monogr.]
I-9
|
18649 |
oude versleten hoed |
weerhoed:
we(j)ərhyt (P054p Spalbeek)
|
hoed, oude versleten of ontredderde ~ [loesj, sjaphoed] [N 25 (1964)]
III-1-3
|