20451 |
weduwnaar |
widman:
wid’man (Q121b Spekholzerheide)
|
weduwnaar
III-2-2
|
31200 |
weegtoestel voor ijzer |
bascule:
baskyl (Q121b Spekholzerheide)
|
In dit lemma zijn de antwoorden bijeengeplaatst op vraag N 33, 208: "De weegschaal die gebruikt wordt om zwaar ijzerwerk te wegen." De benamingen in het lemma duiden verschillende weegtoestellen aan. De woordtypen bascule, pondel en unsel zijn specifiek van toepassing op een weegwerktuig met ongelijke armen, waarmee men, door met een klein gewicht aan de lange arm heen en weer te schuiven, een grote last, die aan de korte arm hangt, kan wegen. [N 33, 208]
II-11
|
24896 |
weer naar het jaargetijde |
nazomer:
nazomerweer
noa⁄zommer (Q121b Spekholzerheide),
oudewijvenzomer:
nazomerweer
aodwie⁄verzommer (Q121b Spekholzerheide),
auwwie⁄verzommer (Q121b Spekholzerheide)
|
nazomer
III-4-4
|
19346 |
weerbarstig |
stoer:
sjtoer (Q121b Spekholzerheide)
|
stug, weerbarstig
III-1-4
|
25112 |
weerlichten |
weerlichten:
⁄t weerlicht (Q121b Spekholzerheide)
|
bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)]
III-4-4
|
25110 |
weerlichtx |
zeebrand:
zieë⁄brank (Q121b Spekholzerheide)
|
bliksemen, weerlichten
III-4-4
|
25206 |
weersgesteldheid |
weer:
weer (Q121b Spekholzerheide)
|
weer [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
20436 |
wees |
wees:
wees (Q121b Spekholzerheide),
weeskind:
wees’kink (Q121b Spekholzerheide)
|
wees || weeskind
III-2-2
|
33663 |
wei |
wei:
wai̯ (Q121b Spekholzerheide),
węi̯ (Q121b Spekholzerheide)
|
Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.]
I-11, I-8
|
33658 |
weiland in het algemeen |
wei:
węi̯ (Q121b Spekholzerheide)
|
Het totaal aan grasland waarop men de koeien kan laten grazen en waarop men kan hooien. [N 6, 33b; N P, 5; N 14, 50a; S 43; RND 20; A 10, 3; A 10, 4; monogr.]
I-8
|