25078 |
gelijken (op) |
zich gelijken:
jelie⁄che (ziech) (Q121b Spekholzerheide)
|
lijken op
III-4-4
|
28131 |
geluid maken |
werken:
(de berg) werkt (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Laura, Julia])
|
Gezegd van schuivend dakgesteente. [N 95, 889]
II-5
|
17710 |
geluidloos een wind laten |
votsen:
vutsje (Q121b Spekholzerheide)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19099 |
geluk |
geluk:
jeluk’ (Q121b Spekholzerheide)
|
geluk
III-1-4
|
19273 |
gelukken |
gelukken:
jeluk’ke (Q121b Spekholzerheide)
|
gelukken
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
geluksbroer:
jeluks’broor (Q121b Spekholzerheide),
gelukspiezel:
jelukspiezzel (Q121b Spekholzerheide)
|
bofkont
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
bequem (du.):
bekwieëm (Q121b Spekholzerheide),
gemakkelijk:
gəmèkkəlich (Q121b Spekholzerheide),
op zijn gemak:
òòp sīē gəmáách (Q121b Spekholzerheide)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
18958 |
gemene vrouw |
loeder:
loe’der (Q121b Spekholzerheide),
tang:
verklw. tsenke
tsang (Q121b Spekholzerheide)
|
loeder || venijnige vrouw
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
gepachte hof:
gepachte hof (Q121b Spekholzerheide)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
18939 |
gereed |
gereed:
jereed’ (Q121b Spekholzerheide),
paraat:
paraat (Q121b Spekholzerheide),
vaardig:
feedig (Q121b Spekholzerheide),
veë’dieg (Q121b Spekholzerheide)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar, gereed
III-1-4
|