19782 |
hondenhok |
hondshut:
hongshut (Q121b Spekholzerheide),
hoͅŋshøt (Q121b Spekholzerheide)
|
hondehok || hondenhok [DC 10 (1941)]
III-2-1
|
19783 |
hondenriem |
hondsriem:
hoͅŋsrēm (Q121b Spekholzerheide)
|
hondelijn
III-2-1
|
24622 |
hondsviooltje |
hondsviooltje:
hongs’viejüelsje (Q121b Spekholzerheide)
|
hondsviooltje
III-4-3
|
17570 |
hoofd |
kop:
kòp (Q121b Spekholzerheide, ...
Q121b Spekholzerheide)
|
hoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
17571 |
hoofd (spotnamen) |
bolles:
Plat.
bùləs (Q121b Spekholzerheide),
knots:
Plat.
knùtš (Q121b Spekholzerheide)
|
hoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
28175 |
hoofd ventilator |
schachtventilator:
[schacht]vɛntilātǫr (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
De ventilator die met de uittrekkende schacht is verbonden en zorgt voor de hoofdventilatie in de ondergrondse werken. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel (schacht)- zie men het lemma Schacht. [N 95, 207; monogr.]
II-5
|
20767 |
hoofdkaas |
flubbes:
flöb’bes (Q121b Spekholzerheide),
hoofderkaas:
hui’erkieës (Q121b Spekholzerheide),
waggelemannes:
wagkelema’nes (Q121b Spekholzerheide)
|
hoofdkaas || schertsend voor pudding of hoofdkaas
III-2-3
|
24344 |
hoofdluis |
luis:
loes (Q121b Spekholzerheide)
|
luis
III-4-2
|
28178 |
hoofdstroom |
wetter:
wɛtǝr (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Bij een zeer uitgestrekte mijn is het onmogelijk om met één luchtstroom alle werkpunten te ventileren. De af te leggen weg van deze stroom zou te lang en de luchtsnelheid te groot worden. Ook zou men dan wel veel maar niet overal verse lucht krijgen (Driessen pag. 45). Om deze nadelen te vermijden verdeelt men de intrekkende stroom in verschillende hoofdstromen en deze weer in deelstromen. [N 95, 212]
II-5
|
33647 |
hoogliggende akker |
op de hoogte:
op dǝ hø̄gdǝ (Q121b Spekholzerheide),
op de kop:
op dǝr kop (Q121b Spekholzerheide)
|
De woordtypen in dit lemma duiden niet alleen op een hoogliggende akker maar ook op hooggelegen grond in het algemeen zoals hei, zandgrond, droge grond. Verder komen er ook plaatsbepalingen voor als op de hoogte en op een berg. [N 11, 2a en 2f; A 10, 4]
I-8
|