19307 |
huichelen |
huichelen:
häu’chele (Q121b Spekholzerheide)
|
huichelen
III-1-4
|
17565 |
huid |
huid:
hoet (Q121b Spekholzerheide, ...
Q121b Spekholzerheide),
vel:
vèl (Q121b Spekholzerheide)
|
huid [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
34618 |
huif van de huifkar |
huif:
hūf (Q121b Spekholzerheide)
|
Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr]
I-13
|
18647 |
huifkar |
bolderwagen:
boldǝrwān (Q121b Spekholzerheide),
huifkar:
hūfkār (Q121b Spekholzerheide)
|
Benaming voor een hoogkar waarop men een huif gezet heeft, zodat de kar voor personenvervoer gebruikt kon worden (bijv. bij kerk- en marktbezoek). Soms werd de huifkar ook voor vrachtvervoer, bijv. van meel, gebruikt. Zie ook het lemma molenkar in wld II.3. De huif was een linnen doek die over houten hoepels gespannen werd. Deze hoepels werden op hun beurt tegen de zijkanten van de kar bevestigd. Bovendien hing men aan de kar een trede, die het instappen vergemakkelijkte. [N 17, 10a + 15; N G, 51; JG 1a; S 15; L 27, 33; L 1a-m; R 3, 61; monogr.]
I-13
|
18876 |
huilen |
grijnen:
jrien’ge (Q121b Spekholzerheide),
jrie’ne (Q121b Spekholzerheide),
joenken:
joen’ke (Q121b Spekholzerheide),
juŋkə (Q121b Spekholzerheide),
krijsen:
jekrèsje (Q121b Spekholzerheide),
kreesj (Q121b Spekholzerheide),
kriesjet (Q121b Spekholzerheide),
krie’sje (Q121b Spekholzerheide)
|
grienen || huilen || huilen (v. honden)
III-1-4, III-2-1
|
19693 |
huis, woning |
boed:
būt (Q121b Spekholzerheide),
huis:
hū.s (Q121b Spekholzerheide),
kruipens:
krufəs (Q121b Spekholzerheide),
wonong:
wuənoŋ (Q121b Spekholzerheide)
|
huis || keet, huis || kleine behuizing || woning
III-2-1
|
19673 |
huishouden |
huishoud:
hūshalk (Q121b Spekholzerheide)
|
huishouding
III-2-1
|
24172 |
huismus, mus |
mus:
meusj (Q121b Spekholzerheide)
|
mus
III-4-1
|
24389 |
huisvlieg, vlieg |
vlieg:
vlei (Q121b Spekholzerheide),
vlig (Q121b Spekholzerheide)
|
vlieg || vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24173 |
huiszwaluw |
boerenzwalber:
boereschwalber (Q121b Spekholzerheide)
|
huiszwaluw [DC 18 (1950)]
III-4-1
|