e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stal

Overzicht

Gevonden: 238
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plat praten plat klappen: platklappe (Stal) plat praten [N 102 (1998)] III-3-1
pompoen pronkappel: In Janssen onder het lemma "Pronkappel  broenkappel (Stal) I-7
prei poor: poor (Stal) I-7
puber jong: doffe o  jonk (Stal), kinder: kinderen  kinner (Stal), snotbel: snotbel (Stal) iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] III-2-2
rammelaar rammelaar: rammelaer (Stal), rammelèèr (Stal) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] III-3-2
ravotten ravotten: ravotte (Stal), vechten: vechte (Stal) Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
rode aalbes sint-jansberen: sintjansbere (Stal) I-7
roep- en lokwoord voor de gans kwak, kwak, kwak: kwak, kwak, kwak (Stal) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12
roep- en lokwoord voor de kip tik, tik, tik: tik, tik, tik (Stal) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken siep, siep, siep: sip, sip, sip (Stal) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12