e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stal

Overzicht

Gevonden: 238
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
traktatie van de bruidegom (kwansel) drinkens: drinkes (Stal) De tractatie van de bruidegom aan de jongelingen in zijn buurt [kwansel]. [N 88 (1982)] III-3-2
traktatie van jonggehuwden drinkens: drinkes (Stal) De tractatie van jonggehuwden aan de buurt [lepik, dourt, hertlooi]. [N 88 (1982)] III-3-2
troef troef: troef (Stal) Kaart(en) van een bepaalde soort of kleur waarmee andere kaarten in het spel geslagen kunnen worden [troef, turf, lint, beffer, drijver, ant]. [N 88 (1982)] III-3-2
troeven troeven: troefven (Stal) Met een troefkaart andere kaarten nemen of slaan [troeven, snijden]. [N 88 (1982)] III-3-2
tuinkers kerskruid: kerskruit (Stal) I-7
ui, ajuin djuin: dzjeun (Stal) I-7
uitsliepen sliepen: sliepe (Stal) Iemand bespotten door met de ene wijsvinger langs de andere te strijken en daarbij te roepen [sliep uit, sliep uit]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaandel vaan: vaown (Stal), vaandel: vaandel (Stal), vlag: vlag (Stal) De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
vaandeldrager vaandeldrager: vaandeldrager (Stal), vaandrager: vaowndrager (Stal) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] III-3-2
vallen vallen: vallen (Stal) vallen [ZND 46 (1946)] III-1-2