e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtworm houtworm: houtworm (Stein), eigen spellingsysteem  houtworm (Stein) houtworm [DC 23 (1953)] || wormpje dat gangen graaft in het hout van meubels enz. [meemel, muitel, meutel] [N 26 (1964)] III-4-2
houvast houvast: hǫwvɛst (Stein) De L-vormige metalen haak waarmee het muurraam in het metselwerk wordt vastgezet. [N 55, 19d] II-9
houwer houwer: hǫwǝr (Stein  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Algemene benaming voor een geschoolde ondergrondse arbeider. Al naar gelang de werkzaamheden onderscheidt men verschillende soorten houwers. Zie ook de lemmata Koolhouwer, Steenganghouwer, Stutter en Schachtman, Schachthouwer. [N 95, 144; monogr.] II-5
hovaardig groots: groots (Stein) het gevoel van meerderheid te zeer of ongegrond doen blijken [groots] [N 85 (1981)] III-1-4
hozen hozen: hozen (Stein), schoppen: sjûppe (Stein) water uit een boot werpen door middel van een hoosvat [hozen, baliën] [N 90 (1982)] III-3-1
huichelaar fijne, een -: fiene (Stein), huichelaar: huichelêêr (Stein) een huichelachtig persoon, iemand die zich mooier voordoet dan hij is [godverneu-ker, heiligboontje, fijnaard] [N 85 (1981)] III-1-4
huichelen bougeren (< fr.?): bouzjeren (Stein), huichelen: huichelen (Stein, ... ), schijnen: sgiene (Stein) voorgeven iets te zijn of te doen [veinzen, bouzjezjeren] [N 85 (1981)] || zich anders en meer voordoen dan men is [kwezelen, femelen, huichelen] [N 85 (1981)] III-1-4
huid vel: vel (Stein, ... ), vèl (Stein) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huidschilfers schubben: schubbe (Stein) schilfers op de huid [blusters] [N 10 (1961)] III-1-2
huiduitslag pukkels: pukkelen (Stein), rode vellen: roew velle (Stein) Huiduitslag: plaatselijke verandering van de huid in de vorm van vlekken, pukkeltjes, etc. (dutsel, rool). [N 84 (1981)] III-1-2