e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong varken bag: baq (Stein), bagje: bɛkskǝ (Stein), varkentje: vɛrkskǝ (Stein) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliekje: blikske (Stein) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge gans gansje: gęi̯skǝ (Stein) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitje: gęi̯tjǝ (Stein), metje: mɛtjǝ (Stein) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge vrouw jong vrouwtje: jòngk vruikke (Stein) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2
jongen jong: jong (Stein), joŋ (Stein) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: joŋ (Stein), miene jong (Stein), liefste: leeste (Stein), lēfstə (Stein, ... ), vrijer: vriejer (Stein), vrieër (Stein) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: ānstōͅndə (Stein), jong: miene jong (Stein), vrijer: vrijer (Stein) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongensblouse bloes: blouse (Stein) jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)] III-1-3
jongste vogeltje uit het nest kak vogeltje: subs  kakveugelke (Stein), kakjong: kakjong (Stein), kakjonk (Stein), kakkertje: kakkertje (Stein), kakvogeltje: kakveugelke (Stein) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1