18216 |
korte laars |
stevel:
steevel (Q015p Stein)
|
laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18600 |
korte onderbroek? |
korte onderbroek:
korte óngerbrook (Q015p Stein)
|
onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18562 |
korte overjas |
jekker:
jekker (Q015p Stein),
korte overjas:
wollen visgraat
korte euverjas (Q015p Stein)
|
korte overjas (hoe zag deze eruit, van welke stof was deze gemaakt) [N 59 (1973)] || overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21132 |
korter maken |
afsnijden:
aafsnieje (Q015p Stein),
richten:
richten (Q015p Stein)
|
een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21876 |
kostbaar |
kostbaar:
kostbaar (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
kostelijk:
köstelik (Q015p Stein)
|
veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23274 |
koster |
koster:
kəstər (Q015p Stein)
|
koster [RND]
III-3-3
|
21550 |
kostschool |
kostschool:
kossjaol (Q015p Stein),
pensionaat (<fr.):
pensionaat (Q015p Stein)
|
een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20650 |
kotelet, ribstuk |
kotelet:
kortelet (Q015p Stein)
|
gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)]
III-2-3
|
25168 |
koud, mistig en somber weer |
allerzielenweer:
aller zëële wêêr (Q015p Stein),
dampetig koud:
dampetig kaud (Q015p Stein),
ezelenweer:
JK: correct overgenomen
êzele wêêr (Q015p Stein),
het zit toe:
⁄t zit toe (Q015p Stein),
mistig (weer):
mistig (Q015p Stein)
|
gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] || koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
28465 |
koude bouw |
koude bouw:
kǫwǝ buw (Q015p Stein)
|
Manier van raten bouwen waarbij de raten met de smalle kant naar het vlieggat zijn gekeerd, dwars op het vlieggat. De term koude bouw duidt niet op temperatuur. [N 63, 17b; N 63, 17c]
II-6
|