e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korte laars stevel: steevel (Stein) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? korte onderbroek: korte óngerbrook (Stein) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas jekker: jekker (Stein), korte overjas: wollen visgraat  korte euverjas (Stein) korte overjas (hoe zag deze eruit, van welke stof was deze gemaakt) [N 59 (1973)] || overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
korter maken afsnijden: aafsnieje (Stein), richten: richten (Stein) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1
kostbaar kostbaar: kostbaar (Stein, ... ), kostelijk: köstelik (Stein) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1
koster koster: kəstər (Stein) koster [RND] III-3-3
kostschool kostschool: kossjaol (Stein), pensionaat (<fr.): pensionaat (Stein) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1
kotelet, ribstuk kotelet: kortelet (Stein) gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] III-2-3
koud, mistig en somber weer allerzielenweer: aller zëële wêêr (Stein), dampetig koud: dampetig kaud (Stein), ezelenweer: JK: correct overgenomen  êzele wêêr (Stein), het zit toe: ⁄t zit toe (Stein), mistig (weer): mistig (Stein) gure, koude mist [zoere mok] [N 22 (1963)] || koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] III-4-4
koude bouw koude bouw: kǫwǝ buw (Stein) Manier van raten bouwen waarbij de raten met de smalle kant naar het vlieggat zijn gekeerd, dwars op het vlieggat. De term koude bouw duidt niet op temperatuur. [N 63, 17b; N 63, 17c] II-6