34237 |
melk |
melk:
melk (Q015p Stein),
męlk (Q015p Stein),
męlǝk (Q015p Stein),
mɛlk (Q015p Stein)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
21288 |
melkboer |
melkboer:
mɛləgbu.ər (Q015p Stein)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
24808 |
melkdistel |
dauwdistel:
daaddistel (Q015p Stein),
WLD
daaddistel (Q015p Stein)
|
Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)] || Melkdistel (Sochus oleraceus) [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
34227 |
melkstoeltje |
melkstoel:
melkstōl (Q015p Stein),
mɛlkstōl (Q015p Stein)
|
Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.]
I-11
|
17624 |
melktanden |
melktanden:
mèlktenj (Q015p Stein)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
19930 |
melkzeef |
melkzij:
mɛlkzi (Q015p Stein),
zij:
zii̯ (Q015p Stein)
|
Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.]
I-11
|
33554 |
meloen |
meloen:
meloen (Q015p Stein),
WBD/WLD
meloen (Q015p Stein)
|
Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)]
I-7
|
32051 |
menageren |
afzetten:
āf˲zętǝ (Q015p Stein)
|
De pen en het gat bij een pen-en-gatverbinding smaller maken. Het menageren wordt onder meer gedaan om een sterkere verbinding te krijgen. [N 54, 62a; monogr.]
II-12
|
19137 |
menen |
menen:
meinen (Q015p Stein)
|
van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25297 |
mengel, maat van 1,2 liter |
mengel:
mengel (Q015p Stein)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 1,2 liter [mengel, mingel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|