21533 |
volk (natie) |
volk:
voͅuk (Q015p Stein)
|
de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)]
III-3-1
|
25201 |
volle maan |
volle maan:
volle maan (Q015p Stein),
volmaan:
vol maon (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
28292 |
volle wagen |
volle:
volǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
[N 95, 673b; monogr.]
II-5
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
biǝr (Q015p Stein)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
groot:
grwat (Q015p Stein),
volwassen:
volwassen (Q015p Stein)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19412 |
vonk |
vonk:
vonk (Q015p Stein)
|
Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20174 |
voogd |
voogd:
voog (Q015p Stein),
voogd (Q015p Stein)
|
iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
kloten:
kloate (Q015p Stein),
verneuken:
verneuken (Q015p Stein)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22453 |
voor het eerst s avonds de lamp aanmaken |
lamplicht:
lampleeg (Q015p Stein)
|
Voor het eerst s avonds de lamp aanmaken in de herfst. [N 88 (1982)]
III-3-2
|