26005 |
voorweeg |
achterkant:
axtǝrkanjtj (Q015p Stein)
|
De zijde van de molenkast waar zich trap en ingang bevinden. Zie ook afb. 22. [N O, 45a; A 42A, 97; Sche 16]
II-3
|
18911 |
voorzichtig |
voorzichtig:
veurzigtig (Q015p Stein),
voorzichtig (Q015p Stein)
|
rekening houdend met wat er zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat er niets verkeerd gaat [listig, roekelijk, voorzichtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28507 |
voorzwerm |
eerste zwerm:
eerste zwerm (Q015p Stein),
īrstǝ zwɛrm (Q015p Stein),
voorzwerm:
vø̄rzwɛrm (Q015p Stein)
|
De eerste zwerm, gewoonlijk in juni. Een deel van een bijenvolk verlaat met de oude koningin korf of kast. Wie met de zwerm meetrekt, schijnt niet meer naar de oude woning om te zien (De Roever, pag. 34). De zwerm laat een aparte zwermtoon horen. [N 63, 29b; JG 1b; N 63, 37e; A 9, 6]
II-6
|
18279 |
vouw |
vouw:
de vâw in de brook (Q015p Stein)
|
de vouw in de broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
21149 |
vrachtwagen |
vrachtwagel:
vrachtwagel (Q015p Stein),
vrachwagel (Q015p Stein),
vrachtwagen:
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
vrachtwagen (Q015p Stein)
|
een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)] || vrachtwagen
III-3-1
|
33693 |
vredewis |
vreerijs:
vrēręi̯s (Q015p Stein),
vreetak:
vrētak (Q015p Stein)
|
Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.]
I-8
|
32944 |
vregelstok |
draaiknuppel:
draaiknuppel (Q015p Stein)
|
De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.]
I-3
|
19341 |
vreugde |
lol:
lol (Q015p Stein),
spa (du.):
spas (Q015p Stein)
|
een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20294 |
vriend |
gespan:
gespan (Q015p Stein),
vriend:
vr"ntj (Q015p Stein),
vrunjd (Q015p Stein)
|
vriend of vriendin in het algemeen [kameraad, gespan, makker] [N 85 (1981)] || vriend(in) [RND]
III-3-1
|
18852 |
vriendelijk |
vriendelijk:
vrunjtelek (Q015p Stein),
vruntjelijk (Q015p Stein)
|
welgezind tegenover andere mensen, vriendelijk [gemeen, braaf] [N 85 (1981)]
III-1-4
|