e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor de koe bonte: bonjtjǝ (Stevensweert), rode: rūǝi̯ (Stevensweert), witte: witte (Stevensweert) Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r] I-11
roep- en lokwoord voor een big kuusje: kyškǝ (Stevensweert) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kalf kalfje: kø̄fkǝ (Stevensweert) Met kan een kalf roepen met de algemene benamingen kalf, kalfje, muk enzovoorts, met eigennamen als Liesje, met klanknabootsingen of eventueel met het rammelen van melkemmers. [N C, 17; VC 14, 2b (r] I-11
roep- en lokwoord voor het kuiken kuik, kuik: kyk, kyk (Stevensweert), kyǝk, kyǝk (Stevensweert) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus: kyš (Stevensweert) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roep- en lokwoorden voor het lam lammetje: lemkǝ (Stevensweert) [N 19, 74b; VC 14, 2k (R] I-12
roep- en lokwoorden voor het schaap mek, mek: mɛk, mɛk (Stevensweert) [N 19, 74a; VC 14, 2j (R] I-12
roepen roepen: roope (Stevensweert) roepen [SGV (1914)] III-3-1
roepwoord voor de geit geit: gęi̯t (Stevensweert) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit geitje: gęi̯tjǝ (Stevensweert) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12