e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkensvet smout: smout (Stevensweert), varkensvet: verkesvet (Stevensweert), vet: vèt (Stevensweert), wit vet: wit vet (Stevensweert) reuzel [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] || smout [SGV (1914)] III-2-3
varkenswei buitenloop: būtǝlǫu̯p (Stevensweert), uitloop: utlø̜i̯p (Stevensweert) De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e] I-6
vaste boord overhemdsboord: ūeverhumsbaord (Stevensweert) kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)] III-1-3
vaste uitwerpselen keutelen: kø̄tǝlǝ (Stevensweert), schaapskeutelen: šǭpskȳtǝlǝ (Stevensweert), schapenkeutelen: šǭpǝkyøtǝlǝ (Stevensweert), stront: stronjtj (Stevensweert), varkensstront: vɛrkǝsstronjtj (Stevensweert) [N 76, 35; A 9, 24d]In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] || Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11, I-12
vaste voer- en drinkbak krib: krøp (Stevensweert), trog: trǭx (Stevensweert) De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
vastenavond vastelavond: vasteloavend (Stevensweert), vastenavond: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  vastenoavend (Stevensweert) Vastenavond [SGV (1914)] III-3-2
vastendag vasteldag: vĕsteldaag (Stevensweert) vastendag [SGV (1914)] III-3-3
vastentijd vasten: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  vaste (Stevensweert) vasten [SGV (1914)] III-3-3
vee vee: vē̜ǝ (Stevensweert) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
vee houden houden: hǭi̯ǝ (Stevensweert) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11