e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driftig driftig: driftig (Stevensweert), kort geverst: kortgevês (Stevensweert) driftig [SGV (1914)] III-1-4
drijftol pompernel: pompernelle (Stevensweert), pompĕrnĕlle (Stevensweert), popperel: /  pôpperel (Stevensweert) drijftol [SGV (1914)] || tol [SND (2006)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
drijfzand drijfzand: drīēfzántj (Stevensweert) drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4
drinken drinken: drinke (Stevensweert), lessen: leise (Stevensweert) drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)] III-2-3
drinkglas bierglas: beerglaas (Stevensweert) drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] III-2-1
drinkglas met voet schopje: helft van een bierglas  sjöpke (Stevensweert) drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)] III-2-1
drinkkuil in de wei gat: gāt (Stevensweert), watergat: wātǝrgāt (Stevensweert) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droesem droesem: droesem (Stevensweert) droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)] III-2-3
droge plekken in moeras donk: doŋk (Stevensweert) Hoger gelegen, droge plekken in een moerasgebied. [N 27, 21a; R 3, 9] I-8
dronkaard zuiplap: zōēplap (Stevensweert) dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)] III-2-3