e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een miskraam krijgen een kwade kraam krijgen: eine kwoajö kroam krīēgö (Stevensweert) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] III-2-2
een paar schoenen een paar schoenen: ein stel sjoon (Stevensweert) schoenen, paar ~ [N 24 (1964)] III-1-3
een paar sokken sokken: zökke (Stevensweert) kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)] III-1-3
een pak slaag geven afrossen: ááfròssö (Stevensweert) pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
een sloot uitdiepen uitdiepen: ūtdēpǝ (Stevensweert), uitschieten: ūtšētǝ (Stevensweert) Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.] I-8
een verkoudheid hebben een kou opgelopen hebben: ich höb ein koaj opgelaupe (Stevensweert), het te pakken hebben: ich höb t te pakken (Stevensweert) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
een voor afhakken, afscheppen afsteken: āfstę̄kǝ (Stevensweert) Voordat men een voor met de spade omwerkt, hakt of schept men, na eerst de mest met een riek in de voor geduwd te hebben, de bovenlaag van de harde voor af om deze aarde op de mest in de open voor te deponeren. De termen veronderstellen doorgaans de voor als object, ook als dat niet werd opgegeven. Toch kunnen ze soms - absoluut gebruikt - op de handeling zonder meer slaan (b.v. "ze zouden om de beurt spitten en (af)hakken c.q. afscheppen"). [N 11A, 149; N Q, 2b; div.; monogr.] I-1
een weide scheuren scheuren: šȳǝrǝ (Stevensweert) Een weide scheuren is het omploegen van weiland, vooral om het daarna als akkerland te gebruiken. Voor (delen van) varianten die hieronder in de [... [JG 1a + 1b + 1c + 1d; N 11, 42a + b + c; N 11A, 114 + 115a + b; monogr.] I-1
een zandbad nemen (zich) ploenjeren: plunjǝrǝ (Stevensweert), hoeieren: hui̯ǝrǝ (Stevensweert) Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.] I-12
een ziekte onder de leden hebben krankelijk zijn: hee is krengkelik (Stevensweert) ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2