e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevoort

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wit halsboordje wit bandje: i wit bentje (Stevoort), wit colletje (<fr.): i wit kolleke (Stevoort) wit halsboordje (fr. faux-col) [ZND 32 (1939)] III-1-3
wit stervormig vlekje op het voorhoofd ster: stɛ̄r (Stevoort) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
wit van het ei wit: wet (Stevoort) [JG 1b, 1c; monogr.] I-12
witte klaver, steenklaver steenklaver: stin[klaver] (Stevoort), wilde klaver: welǝ [klaver] (Stevoort) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kabuiskool: kəbōͅ.skyl (Stevoort), witte kabuiskool: witte kabauəskoel (Stevoort), witte kool: wetə kul (Stevoort) [Goossens 1b (1960)]een witte kabuis(kool) [ZND 36 (1941)] I-7
witte kwikstaart akkermannetje: akkermenneke (Stevoort, ... ) grijze kwikstart || kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
wonde wonde: won (Stevoort), dij won zal ettere is voor de informant eerder ongewoon.  dōə zal meteeren ouət dij won kōme (Stevoort) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
woord woord: wu:t (Stevoort) woord [RND] III-3-1
wortel wortel: wǫtǝl (Stevoort  [(mv wǫtǝlǝ]  ) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
worteltje vroege: vrøgə (Stevoort) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7