33528 |
framboos |
framboos:
framboes (P058p Stevoort)
|
framboos [ZND 34 (1940)]
I-7
|
18784 |
franje |
fronjel:
froinels (P058p Stevoort)
|
bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
21555 |
frankrijk |
frankrijk:
Veeje hĕubbe in Frankrijk gezeejete (P058p Stevoort)
|
Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
24148 |
frater |
fratertje:
fraterke (P058p Stevoort)
|
steenkneuter
III-4-1
|
19094 |
futloze jongen |
lorejas:
das ne lorias (P058p Stevoort),
lubbe:
lèbbe (P058p Stevoort)
|
Dat is een lummel (futloze kerel). [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
21557 |
gadeslaan? |
gadeslaan:
zèn zaəke goslòn (P058p Stevoort)
|
Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
22733 |
gaffel |
vork:
veurk? (P058p Stevoort)
|
Worden de voorste kegels niet dichter bij elkaar geplaatst? Hoe noemt men dat? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
21314 |
galgenaas |
gemene kerel:
inne gemene kjal (P058p Stevoort)
|
Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
23265 |
galmgaten |
galmgaten:
de galmgaəte (P058p Stevoort)
|
Galmgaten (in de kerktoren om de klokkenklank door te laten). [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|
33849 |
galopperen |
galoppen:
gǝlǫpǝ (P058p Stevoort),
viervoetig lopen:
vīrvytǝx lǫpǝ (P058p Stevoort)
|
De galop is een drie-tempogang. Het paard beweegt met lange, gelijkmatige passen en leidt met één van de voorbenen. Beginnend met het rechter voorbeen gaat het als volgt verder: links achter (linker diagonaal), rechts achter en links voor, gevolgd door een zweefmoment. Bij het grootste aantal paarden hoort men drie hoefslagen (zie drieslag), waarbij de nederzetting van de twee voeten overkruis geschiedt. Enkel bij de galop van zeer goed gedresseerde man√®gepaarden worden de vier hoefslagen gehoord. Dit laatste heeft niets te maken met "vierkappens, vierklauwens of viervoetig lopen", wat "snel lopen" betekent. Zie afbeelding 10. [JG 1b; N 8, 20, 81c, 81d, 81e en 81f]
I-9
|