e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevoort

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gekruld haar kroezelhaar: kroezelhoër (Stevoort), krullen: krolle (Stevoort) hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: gɛjlt (Stevoort), ich ben mijj gelt kwijjet (Stevoort), ig ben me geilt kwijət (Stevoort), xɛ.ild (Stevoort) geld [RND], [ZND 14 (1926)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] III-3-1
gele lupine lupinen: lø`pinǝ (Stevoort) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelijken (op) trekken op: trekken op (Stevoort), trəken op (Stevoort) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4
geloof geloof: heeje hèt ze geloef verlōre (Stevoort), hiə hĕt zè geloef verlore (Stevoort) Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)] III-3-3
geloven geloven: geluuve (Stevoort) Geloven. [ZND 35 (1941)] III-3-3
geluk geluk: gelĕŭk (Stevoort) Ge moet hem dat geluk gunnen (hij heeft het verdiend, ge moet hem niet benijden). [ZND 24 (1937)] III-1-4
geluksvogel; altijd geluk hebben geluksvogel: ⁄t is ne gelĕuksvogel (Stevoort) Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)] III-1-4
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemāək (Stevoort) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemekkelijk (Stevoort), gemekkelək (Stevoort) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4