e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dobber kurk: körk (Steyl) dobber [SGV (1914)] III-3-2
dochter meidje: maidje (Steyl) dochter [DC 03 (1934)] III-2-2
doek doek: dook (Steyl) doek [SGV (1914)] III-1-3
doffer, mannelijke duif doffer: dôffer (Steyl), duif: doef (Steyl), hoorn: enen hoare (Steyl) duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] || mannetjesduif [SGV (1914)] III-4-1
dolle kervel wilde kelver: węlǝ kęlǝvǝr (Steyl) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dompelen dompelen: dŏmpelen (Steyl) dompelen [SGV (1914)] III-1-2
donderen hommelen: hommele (Steyl) donderen [SGV (1914)] III-4-4
donderx donder: dŏnder (Steyl), hommel: hŏmmel (Steyl) donder [SGV (1914)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Steyl, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dons, nestveren dons: dôns (Steyl) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1