e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevel gevel: gīvəl (Stokkem) gevel III-2-1
gevlekt varken piétrain: pǝtrē̜n (Stokkem) Varken van het ras dat een gevlekte huid heeft. [N 76, 1d] I-12
gevlochten zeef gekorfde zeef: gǝkø̜rf˱dǝ zēf (Stokkem) Lage mand, met ver uitelkaar liggende bodemstokken, die als zeef wordt gebruikt. Door er een schuddende beweging mee te maken, vallen de kleinere deeltjes zoals as en zand op de grond en blijven de grotere in de mand achter. [N 40, 118] II-12
gevoel gevoel: geveul (Stokkem) gevoel III-1-4
gevoelig gevoelig: geveulig (Stokkem) gevoelig III-1-4
gevoelig (zijn) nog voelen: ich vøl nog mɛt mən a.nt (Stokkem), week: wɛik (Stokkem) mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)] III-1-1
gevoelloos (zijn) doof: dauf (Stokkem) in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)] III-1-1
gevormd worden gevormd worden: gevormd wère (Stokkem) Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)] III-3-3
gewelf gewelf: gewelf (Stokkem), plafond: plǝfo ̝ŋ (Stokkem) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] II-9, III-3-3
gewelfschildering schildering: schildering (Stokkem) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3