e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pauselijke zegen pauselijke zegen: de pauseleke zege (Stokkem) De pauselijke zegen, de apostolische zegen, door de priester aan de stervende gegeven [paepslieje zeëje]. [N 96D (1989)] III-3-3
peer, soorten peer: paer (Stokkem) peer I-7
peetoom peter: peter (Stokkem, ... ), pèèter (Stokkem), peteroom: peteruum (Stokkem, ... ), pèèteruum (Stokkem) de peter [de paat] [N 96D (1989)] || peter III-2-2
peettante paat: paat (Stokkem), paot (Stokkem, ... ) de meter [joaën] [N 96D (1989)] || meter III-2-2
pek pek: pięk (Stokkem), pę̄k (Stokkem) De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10
pekdraad pekdraad: pięqdrø.t (Stokkem), pindraad: pęndrǭt (Stokkem) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
penis van de stier durenpin: dȳrǝpen (Stokkem) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
penitentie penitentie (<lat.): penetentie (Stokkem) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3
pennenhouder pennensteel: pennesteel (Stokkem) pennenhouder [ZND 40 (1942)] III-3-1
persen apprehensie maken: apprehensie maken (Stokkem) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11