e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlo (mv., fon.) luis: luis (Stokkem) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] III-4-2
vloeibaar varkensvoer brijsel: bręi̯sǝl (Stokkem), slabber: slabǝr (Stokkem) [N 76, 38; N 76, 39; monogr.] I-12
vloeibare ontlasting zeik: zęi̯k (Stokkem) [N 76, 36; A 9, 24d] I-12
vloeistof in de slijpbus eetje: ē̜tšǝ (Stokkem) Behalve in water, of ook urine (in L 371 opgegeven), werd de wetsteen vaak in azijn bewaard, om de vettigheid van de grond en van het slijpsel van de zeis of de zicht te houden; vaak werd de azijn dan aangelengd met water; dit geldt voor: azijn L 370, 419, Q9; edik Q 240, 152, 157a, 160, 161, 164, 166, Q 84, Q 155, 162, 163, 168, 168a, 182, 241, Q89; eetje Q 10, 171, 175, 423, 424, Q 8, 9, L 420, Q6. Soms stak men wat stro in de slijpbus opdat de steen dan wat steviger erin bleef zitten en niet onder het maaien uit de slijpbus viel. Voor P 176 en 220 werd nog opgegeven dat men op de steen spuwde. Naast de hieronder als lemma verwerkte opgaven voor "azijn" werd over de gewoonte om azijn te gebruiken nog gewag gemaakt in de plaatsen L 270, 291, 326, 425, 427, Q 7, 33, 34, 35, 93, 96, 99, 99*, 111*, 0112, 112a, 117a, 119, 163, 170, 178, 193, 197, 197a en 204a. [JG 1b, add.] I-3
vloek vloek: vlook (Stokkem, ... ) een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1989)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloeken vloeken: vlooke (Stokkem, ... ) vloeken [N 96D (1989)] || Vloeken. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloekje vloekje: vleukske (Stokkem) Een vloekje [vluukse]. [N 96D (1989)] III-3-3
vloertegel plavuis: pləvøi̯s (Stokkem) een grote rode of blauwe vloertegel [N 05A (1964)] III-2-1
vod lap: lap (Stokkem), lommel: lø.məl (Stokkem) Vod. Met een vod afkuisen [ZND 37 (1941)] III-1-3
voederbak voor de kippen voerbak: vōrbak (Stokkem) De vaak gootvormige bak in het kippenhok waar men het kippenvoer indoet. [A 48, 16d] I-6