e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vallen vallen: falə (Stokkem), vallen (Stokkem), valə (Stokkem), [~an]  vallen (Stokkem, ... ) vallen [ZND 46 (1946)], [ZND m], [ZND m] III-1-2
vals spel add. foetelentienes: foetelentêines (Stokkem) Valsspelen. III-3-2
vals spelen foetelen: NB foetelentaere: al vals spelend.  foetele (Stokkem) Valsspelen. III-3-2
valsspeler foetelaar: foetelaer (Stokkem) Valsspeler. III-3-2
van de duivel bezeten van de duivel bezeten: van den duvel bezete (Stokkem) Van de duivel bezeten [mit der duvel bezaese]. [N 96D (1989)] III-3-3
van de leg afraken uitgelegd zijn: ūtxǝlax sin (Stokkem) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van de struik af blekken stokhout schillen: stǫk˱awt šę ̝lǝ (Stokkem) Het pas in het voorjaar kappen en onmiddellijk daarna blekken van wissen. [N 40, 35] II-12
van katoen geven buzze geven, kemp,: fut drachter zetten (Stokkem), ketoen gèven (Stokkem), wərgoənmotəkətu.nli.vərə (Stokkem) welke uitdrukkingen kent uw dialect om te zeggen dat we er kracht of drift moeten achter zetten om klaar te komen; sommige dialecten zeggen b.v. we zullen moeten katoen geven (of: hem katoen geven, of: van katoen geven), lament geven [ZND 41 (1943)] III-1-4
van veren wisselen ruizelen: ry.zǝlǝ (Stokkem), rȳzǝlǝ (Stokkem) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vang prem: prɛ ̞m (Stokkem) Algemene benaming voor de gehele reminrichting aan het aswiel van windmolens. De vang bestaat uit een houten of stalen ring, al dan niet uit één stuk, die onder invloed van een zwaar gewicht, de vangbalk , om een houten wiel wordt geklemd. Het afremmen van de as met het gevlucht gebeurt aan de voet van de molen of op de zwichtstelling met behulp van het vangtouw. Zie ook afb. 51. Men onderscheidt twee typen vanginrichtingen, namelijk de blokvang en de hoepelvang. Tot de blokvang behoren de Vlaamse vang en de Hollandse vang of stutvang. De hoepelvang kan worden onderverdeeld in de houten- en stalen hoepelvang. Zie voor de benamingen van de diverse typen van vanginrichtingen de lemmata ɛhoepelvangɛ, ɛblokvangɛ, enz.' [N O, 12a; A 42A, 79; Sche 57; monogr.; N D, 33 add.] II-3