24395 |
vlo (mv., fon.) |
luis:
luis (L423p Stokkem)
|
vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)]
III-4-2
|
34365 |
vloeibaar varkensvoer |
brijsel:
bręi̯sǝl (L423p Stokkem),
slabber:
slabǝr (L423p Stokkem)
|
[N 76, 38; N 76, 39; monogr.]
I-12
|
34341 |
vloeibare ontlasting |
zeik:
zęi̯k (L423p Stokkem)
|
[N 76, 36; A 9, 24d]
I-12
|
32902 |
vloeistof in de slijpbus |
eetje:
ē̜tšǝ (L423p Stokkem)
|
Behalve in water, of ook urine (in L 371 opgegeven), werd de wetsteen vaak in azijn bewaard, om de vettigheid van de grond en van het slijpsel van de zeis of de zicht te houden; vaak werd de azijn dan aangelengd met water; dit geldt voor: azijn L 370, 419, Q9; edik Q 240, 152, 157a, 160, 161, 164, 166, Q 84, Q 155, 162, 163, 168, 168a, 182, 241, Q89; eetje Q 10, 171, 175, 423, 424, Q 8, 9, L 420, Q6. Soms stak men wat stro in de slijpbus opdat de steen dan wat steviger erin bleef zitten en niet onder het maaien uit de slijpbus viel. Voor P 176 en 220 werd nog opgegeven dat men op de steen spuwde. Naast de hieronder als lemma verwerkte opgaven voor "azijn" werd over de gewoonte om azijn te gebruiken nog gewag gemaakt in de plaatsen L 270, 291, 326, 425, 427, Q 7, 33, 34, 35, 93, 96, 99, 99*, 111*, 0112, 112a, 117a, 119, 163, 170, 178, 193, 197, 197a en 204a. [JG 1b, add.]
I-3
|
21784 |
vloek |
vloek:
vlook (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem)
|
een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1989)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)]
III-3-1, III-3-3
|
21395 |
vloeken |
vloeken:
vlooke (L423p Stokkem, ...
L423p Stokkem)
|
vloeken [N 96D (1989)] || Vloeken. [N 96D (1989)]
III-3-1, III-3-3
|
23962 |
vloekje |
vloekje:
vleukske (L423p Stokkem)
|
Een vloekje [vluukse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19702 |
vloertegel |
plavuis:
pləvøi̯s (L423p Stokkem)
|
een grote rode of blauwe vloertegel [N 05A (1964)]
III-2-1
|
18217 |
vod |
lap:
lap (L423p Stokkem),
lommel:
lø.məl (L423p Stokkem)
|
Vod. Met een vod afkuisen [ZND 37 (1941)]
III-1-3
|
33412 |
voederbak voor de kippen |
voerbak:
vōrbak (L423p Stokkem)
|
De vaak gootvormige bak in het kippenhok waar men het kippenvoer indoet. [A 48, 16d]
I-6
|