e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P056p plaats=Stokrooie

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lang leven oud worden: znd 30, 15;  aed worden (Stokrooie) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lange neus lange neus: lang naas (Stokrooie) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1
langen langen: Geven en overreiken.  langen (Stokrooie) Is bij u een werkwoord langen bekend? Schrijf de juiste betekenis tussen haakjes achter de dialectuitspraak (geven, nemen, overreiken enz.). [ZND 37 (1941)] III-1-2
langwerpige streep van voorhoofd tot neus streep: strip (Stokrooie) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzaam, traag langzaam: ?eei giet langzaam (Stokrooie), da git langzamig (Stokrooie) Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)] III-4-4
lantaarn lantaarn: letjair (Stokrooie) lantaarn [ZND 37 (1941)] III-2-1
laster kwaadsprekerij: ook materiaal znd 30, 01  ködsprekerij (Stokrooie) laster [ZND 01 (1922)] III-1-4
lastig (werken) lastig: ook materiaal znd 30, 02  lestig (Stokrooie) lastig [ZND 01 (1922)] III-1-4
laten laten: lotte (Stokrooie) laten [ZND 46 (1946)] III-1-2
lauw lauw: loo wetter (Stokrooie), loow wetter (Stokrooie) Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)] III-4-4