e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vastenavond vastelavond: vastəloͅ.vənt (Stramproy) vastenavond [RND] III-3-2
vechten vechten: faextə (Stramproy) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
vee beesten: bistǝ (Stramproy), vee: viǝ (Stramproy) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
vee fokken fokken: fǫkǝ (Stramproy) Het houden van vee met als doel de vermenigvuldiging van de dieren. Objecten als "vee" en "koeien" zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10b; monogr.] I-11
vee houden houden: hǭi̯ǝn (Stramproy) Het houden van vee in het algemeen. De opbjecten "vee", "beesten", "koeien" e.a. worden in dit lemma niet gedocumenteerd. [N Q, 10a] I-11
veel drinken buizen: buize (Stramproy) drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] III-2-3
veel geld waard veel geld waard: völ geldj wairt (Stramproy) veel geld waard: Die oude eikehouten kast is - - - [DC 39 (1965)] III-3-1
veelvraat vreetbeer: vraetbaer (Stramproy) veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)] III-2-3
veevoermand hakselmand: hɛksǝlmanj (Stramproy), kafmand: kāfmanj (Stramproy), voermand: vōrmanj (Stramproy  [(bieten)]  ) Mand waarin veevoer wordt bewaard of vervoerd, of waaruit het vee te eten krijgt. [N 40, 100; N 40, 106] II-12
vel op gekookte melk vel: vɛl (Stramproy) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11