e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druppel drup: drŏp (Stramproy), druppel: drŏppel (Stramproy) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbel sierhek poort: port (Stramproy) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8
dubbele lijn dobbel zeel: dǫbǝl zęi̯l (Stramproy) Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34] I-10
duivenhok duivenkot: duvǝkǫt (Stramproy) Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6
duivenmand duivenkorf: dūvǝkø̜rǝf (Stramproy) Een rechthoekige mand met deksel waarin duiven worden vervoerd. Zie ook afb. 283. [N 20, 50; N 40, 78; N 40, 95; N 40, 102; monogr.] II-12
duizelig dol: den waërste dū:l (Stramproy), duizelig: dūū:zelig (Stramproy), dūzelig zeen (Stramproy) dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] || duizelig zijn [DC 60 (1985)] III-1-2
duizeling, duizeligheid duizeligheid: duizeligheid (Stramproy) duizeligheid [DC 60 (1985)] III-1-2
duizendblad hazegerf: hāzǝgɛrǝf (Stramproy) Achillea millefolium L. Het gewoon duizendblad komt zeer algemeen voor in grasland, langs wegen en op stortplaatsen, maar ook als sierplant. Het heeft zeer fijnverdeelde veervormige bladeren, wit tot roze bloempjes in een schermvormige tuil en bloeit van juni tot oktober. De hoogte varieert van 15 tot 50 cm. [A 42B, 4a; monogr.] I-5
durven durven: dörven (Stramproy) durven (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
duwen duwen: duwə (Stramproy) duwen [RND] III-1-2