| 19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemèkelik (L318p Stramproy),
gəmaikəlik (L318p Stramproy),
op zijn gemak:
op zi gemaak (L318p Stramproy),
op zie gəmaak (L318p Stramproy)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
| 18939 |
gereed |
vaardig:
veerdich (L318p Stramproy)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)]
III-1-4
|
| 20583 |
gerookte paling |
paling:
poaling (L318p Stramproy)
|
panpaling; Hoe noemt U: Een gerookte panpaling [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 32979 |
gerst |
gerst:
gɛrst (L318p Stramproy)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
| 33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemacht:
gǝmaxt (L318p Stramproy)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
| 33761 |
gespeend veulen |
veulen:
vø̄lǝ (L318p Stramproy)
|
Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b]
I-9
|
| 25942 |
gestadige wind |
flinke wind:
fleŋkǝ wenjt (L318p Stramproy)
|
Een constante, niet stotende wind. [N O, 9d]
II-3
|
| 29155 |
getouw stellen |
ineenzetten:
enęjnzętǝ (L318p Stramproy)
|
Een getouw in elkaar zetten en opstellen of gereedmaken voor gebruik. [N 39, 5]
II-7
|
| 29156 |
getouwsteller |
wever:
wēǝvǝr (L318p Stramproy)
|
Persoon die het getouw stelt. In de handweverij is dat de wever zelf, in de fabriek is deze persoon een aparte functionaris. De constructie van het weefgetouw is betrekkelijk eenvoudig (Van de Ven, pag. 6). Het is geheel uit losse delen opgebouwd en wordt ter plaatse gemonteerd. [N 39, 6]
II-7
|
| 20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətròjdə vraow (L318p Stramproy)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|