e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtworm worm: worm (Stramproy) houtworm [DC 23 (1953)] III-4-2
huid huid: hôêt (Stramproy), vel: vel (Stramproy) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huif van de huifkar huif: huf (Stramproy) Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr] I-13
huifkar huifkar: hufkęr (Stramproy) Benaming voor een hoogkar waarop men een huif gezet heeft, zodat de kar voor personenvervoer gebruikt kon worden (bijv. bij kerk- en marktbezoek). Soms werd de huifkar ook voor vrachtvervoer, bijv. van meel, gebruikt. Zie ook het lemma molenkar in wld II.3. De huif was een linnen doek die over houten hoepels gespannen werd. Deze hoepels werden op hun beurt tegen de zijkanten van de kar bevestigd. Bovendien hing men aan de kar een trede, die het instappen vergemakkelijkte. [N 17, 10a + 15; N G, 51; JG 1a; S 15; L 27, 33; L 1a-m; R 3, 61; monogr.] I-13
huilen beuken: vervelend huilen  beuken (Stramproy), grijnen: bij pijn/verdriet  grienen (Stramproy), huilen: minder oud woord; ook voor ouderen  huulen (Stramproy) huilen: kinderen bij pijn/verdriet; volwassenen [DC 17 (1949)] III-1-4
huisakker huisveld: hūsvɛljtj (Stramproy) Aan het erf grenzende akkergrond. [N 5AøIIŋ, 76d en 76e; N 6, 33a; A 10, 3 en 4; JG 1b, add.; L 19b, 1a; monogr.] I-8
huismus, mus dakmus: daakmös (Stramproy, ... ), huismus: hoesmös (Stramproy), mus: mv  mùsse (Stramproy), musje: dim. mv.  mùskes (Stramproy) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] || huismus || mus III-4-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleech (Stramproy), vlege (mv.) (Stramproy) vlieg || vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)] III-4-2
huiszwaluw zwalf: zwèlf (Stramproy) huiszwaluw III-4-1
ijs (alg.) ijs: ies (Stramproy), iēs (Stramproy) ijs [DC 03 (1934)] III-4-4