e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruispen pin voor de kruising: pen vø̜r dǝ krȳseŋ (Stramproy) Elk van de pennen boven en onder aan het scheerraam waarop men het dradenkruis kan vastzetten. [N 39, 60a] II-7
kruisplaten kruis: krȳs (Stramproy), kruisbalken: krȳs˱bɛlǝk (Stramproy) De kruiselings op de teerling liggende balken waarop de standerd staat. Zie ook afb. 12. [N O, 42c; Sche 11; A 42A, add.; N O, 42n] II-3
kruisprocessie kruisprocessie (<lat.): kry.spərsesi (Stramproy) kruisen [RND] III-3-3
kruisrek kruisrek: kruisrek (Stramproy) Een rekje waarmee men het kettinggaren in twee delen kan scheiden zodat de kettingscheurder of de wever zelf er een kruis kan inlezen. [N 39, 56b] II-7
kruisroeden kruisroeden: krȳsrōj (Stramproy), ronde roeden: ronde rōjǝ (Stramproy) Twee ronde roeden die halfweg tussen kettingboom en weefkam door de ketting zijn geregen om het dradenkruis in de ketting te bewaren. [N 39, 73a] II-7
kruiswerk kruis: krȳs (Stramproy) Het geheel van de vier kruisarmen in het aswiel. [N O, 11e; N O, 11d] II-3
kruiwagen kruikar: krukęr (Stramproy), krūkɛr (Stramproy) Kleine eenwielige kar met twee berries, waarmee hij door een mens voortgeduwd en soms ook getrokken wordt. Vaak is er op de berries een bak gemonteerd, waarvan de zijplanken soms afgenomen kunnen worden. Er bestaan echter ook kruiwagens zonder zijplanken en met enkel een hoge voorplank, waarbij de berries via scheien met elkaar verbonden zijn. Zie voor het onderscheid de lemmata bakkruiwagen, scheienkruiwagen en platte kruiwagen. De informant van P 214 merkt hierover op: een soort kruiwagens met planken bodem. Zijstukken kunnen naar believen opgezet of afgenomen worden". De kruiwagen wordt gebruikt voor het vervoer van kleine lasten, zoals bijvoorbeeld mest. Volgens de informant uit Q 77 werd de kruiwagen gebruikt "om allerlei materiaal (behalve cement, zand enz.) te vervoeren" Volgens de informant uit L 269 gebruikt men de kruiwagen wel om zand te vervoeren. De respondent uit L 377 vermeldt als mogelijke vrachten "zakken - ook ander goed (aardappelen, wortels, steenkolen)". Zie voor meer informatie ook de lemmata kruiwagen in wld II,4, in wld II, 8 en in wld II, 9 en steenkar in wld II, 8. [N 18, 97a; N G, 51; N 11, 28; RND, 129; Gwn 8, 1b; S 19; L 29, 4; L 16, 19a; L 1a-m; L 1u, 139; L 45, 14a; L B, 193; JG 1d; A 14, 14a; monogr.] I-13
kruiwagenberrie bomen: bø̜ym (Stramproy) Elke van de twee lange draagbomen. Aan de voorzijde zijn de twee berries verbonden met de as van het kruiwagenwiel. Aan de andere kant van de berries bevinden zich de handvaten. Bij de meeste kruiwagens kunnen op de berries zijwanden geplaatst worden, zodat de kruiwagen een bak heeft. Bij de bakkruiwagen zijn deze zijwanden vast, en bij de scheienkruiwagen komen ze niet voor. Onderaan de berries bevinden zich de poten van de kruiwagen. [N 18, 98c + 99 + add; N G, 53a; JG 1a; JG 1b; RND 129; monogr.] I-13
kruizeel licht: lext (Stramproy) Riem die om de schouders gelegd wordt en aan de berries van de kruiwagen wordt vastgemaakt om het werk van de voerder te verlichten. Zie ook het lemma kruizeel in wld II.9. [N 18, 99, 100; JG 1a; JG 1b; JG 2a; JG 2b; JG 2c; L B, 90; L 35, 31; A 42, 16; monogr] I-13
kudde schapen klocht: kloxt (Stramproy) [JG 1a, 1b, 2c; L 6, 25b; A 4, 18; L 20, 18; monogr.] I-12