e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

Gevonden: 2172
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwartje kwartje: kwartje (Stramproy) kwartje: Hier heb je een kwartje voor een ijsje [DC 41 (1966)] III-3-1
kweek puinen: pø̜i̯nǝ (Stramproy), -  puine (Stramproy) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweek (Agropyrum repens) [DC 26 (1954)] I-5, III-4-3
kwekkertje kwekkertje: kwɛkǝrkǝ (Stramproy) Transportvat met een inhoud van 18 liter. [N 35, add.] II-2
laaggelegen weidegrond broek: brōk (Stramproy) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laars tot of boven de knie stevel: steevel (Stramproy) Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)] III-1-3
lade tafellade: tōͅfəllāi̯ (Stramproy) tafella [DC 53a (1978)] III-2-1
ladebak klepje: klɛpkǝ (Stramproy) Bakje aan elk der uiteinden van de ladeboom, waarin zich een toestel bevindt voor het vooruitstoten en weer opvangen van de weefspoel. [N 39, 48a] II-7
ladebalk lade: lāj (Stramproy), ladeboom: lājbōm (Stramproy) Een balk dwars over het handweefgetouw waaraan de weeflade met toebehoren is opgehangen. Het woordtype lade betekent hier de ladebalk met lade. [N 39, 11; monogr.] II-7
lage, natte zandgrond vliezige grond: vlisegǝ gronjtj (Stramproy) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lam lam: lam (Stramproy), lām (Stramproy), lammetje: lɛmkǝ (Stramproy), schaapje: šø̜̄pkǝ (Stramproy) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12