18352 |
hoge rijgschoen |
hoge vrouwluischoen:
hawge vrouwluusjoon (L432p Susteren)
|
rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18349 |
hoge waterdichte schoen |
sneeuwschoen:
sjneirsjoon (L432p Susteren)
|
schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21866 |
hogen |
hogen:
hûûgə (L432p Susteren)
|
de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
29817 |
holle steen |
holle baksteen:
hǭlǝ bakštęjn (L432p Susteren)
|
Metselsteen die niet massief is. Holle stenen kunnen diverse vormen en afmetingen vertonen en worden onder meer gebruikt voor gewelven, zolderingen en lichte tussenmuren. Ze worden ook toegepast bij het opmetselen van rookkanalen en luchtkokers. Zie ook afb. 27. Het betreft daar een holle spie- of boogsteen. De woordtypen zwemsteen (L 289) en zwembrik (Q 12) verwijzen naar het feit dat holle stenen licht van gewicht kunnen zijn door het gebruik van poreuze grondstoffen als natuurbims, kunstbims of gegranuleerde hoogovenslakken; als bindmiddel wordt dan hydraulische kalk, cement of een mengsel van beide toegepast. [N 30, 54c]
II-8
|
24323 |
hom |
kuit:
ideosyncr.
kuut (L432p Susteren),
zaadje:
WBD/WLD
zèùtjə (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24324 |
hommel |
hommel:
hommel (L432p Susteren),
ideosyncr.
hómmel (L432p Susteren),
WBD/WLD
hómməl (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel [SGV (1914)]
III-4-2
|
20524 |
homp brood |
homp:
hómp (L432p Susteren),
hômp (L432p Susteren)
|
homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19784 |
hond |
hond:
hondj (L432p Susteren),
hŏndj (L432p Susteren)
|
hond [SGV (1914)]
III-2-1
|
25262 |
hond, maat van 1400 m2 of 100 roeden |
vrecht:
en vreg land (L432p Susteren)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 1400 vierkante meter, dat is 100 roeden [hond] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21622 |
honderd frank |
honderd frank:
hunderd frang (L432p Susteren)
|
100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|