e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoge rijgschoen hoge vrouwluischoen: hawge vrouwluusjoon (Susteren) rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)] III-1-3
hoge waterdichte schoen sneeuwschoen: sjneirsjoon (Susteren) schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
hogen hogen: hûûgə (Susteren) de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)] III-3-1
holle steen holle baksteen: hǭlǝ bakštęjn (Susteren) Metselsteen die niet massief is. Holle stenen kunnen diverse vormen en afmetingen vertonen en worden onder meer gebruikt voor gewelven, zolderingen en lichte tussenmuren. Ze worden ook toegepast bij het opmetselen van rookkanalen en luchtkokers. Zie ook afb. 27. Het betreft daar een holle spie- of boogsteen. De woordtypen zwemsteen (L 289) en zwembrik (Q 12) verwijzen naar het feit dat holle stenen licht van gewicht kunnen zijn door het gebruik van poreuze grondstoffen als natuurbims, kunstbims of gegranuleerde hoogovenslakken; als bindmiddel wordt dan hydraulische kalk, cement of een mengsel van beide toegepast. [N 30, 54c] II-8
hom kuit: ideosyncr.  kuut (Susteren), zaadje: WBD/WLD  zèùtjə (Susteren) Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)] III-4-2
hommel hommel: hommel (Susteren), ideosyncr.  hómmel (Susteren), WBD/WLD  hómməl (Susteren) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel [SGV (1914)] III-4-2
homp brood homp: hómp (Susteren), hômp (Susteren) homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] III-2-3
hond hond: hondj (Susteren), hŏndj (Susteren) hond [SGV (1914)] III-2-1
hond, maat van 1400 m2 of 100 roeden vrecht: en vreg land (Susteren) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1400 vierkante meter, dat is 100 roeden [hond] [N 91 (1982)] III-4-4
honderd frank honderd frank: hunderd frang (Susteren) 100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1