e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krant dagblad: dagblaad (Susteren), gazet (<fr.): gezèt (Susteren), gezét (Susteren), gəzét (Susteren) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen krassen: krasse (Susteren), kratsen: kratsje (Susteren), kràtsə (Susteren) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] || krassen [SGV (1914)] III-4-4
kreeft kreeft: kreef (Susteren) kreeft [SGV (1914)] III-2-3
kreek, stilstaand water grubbe: gröp (Susteren), (= meervoud).  gröbbə (Susteren), slak: sjlak (Susteren) kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)] III-4-4
krekel krekel: krekel (Susteren) krekel [SGV (1914)] III-4-2
krentenbaard krentenbaard: kréntebaard (Susteren), kréntəbààrt (Susteren) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
krentenbol krentenbroodje: #NAME?  krêntebrewtje (Susteren), cadetjes met veel krenten  krèntebroawtjes (Susteren) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] III-2-3
krentenbrood krentenweg: krènte wèk (Susteren), krèntewek (Susteren), #NAME?  krêntewêk (Susteren) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [SGV (1914)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreukel fronsel: frónsjəl (Susteren), kreukel: krèùkəl (Susteren), krökel (Susteren) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3
kreukelen fronselen: frónsjələ (Susteren), kreukelen: krèùkələ (Susteren), krökele (Susteren) zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)] III-1-3