e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreunen kermen: kerme (Susteren), kreunen: kreune (Susteren), kuimen: kūūjmə (Susteren) een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] || kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kerme (Susteren), kèrmə (Susteren) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
kreupel kreupel: krôpel (Susteren) gebrekkig [SGV (1914)] III-1-2
kreupelhout kreupelhout: WBD/WLD  kreupəlhout (Susteren), struik: ideosyncr.  sjtruuk (Susteren) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3
krib in de rivier krib: krib (Susteren) krib, dam van rijswerk, stenen en aarde om de bedding van een rivier te versmallen en zo de stroom te versterken, loodrecht of schuin op de oever aangebracht [bol] [N 81 (1980)] III-4-4
krielkip krieltje: krilkǝ (Susteren) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgen krijgen: kriege (Susteren) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krijgertje spelen nalopertje spelen: /  naoluiperke (Susteren), tikkertje spelen: tekərkə (Susteren) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] || tikkertje [SND (2006)] III-3-2
krijsen keken: kééke (Susteren), kweken: kwake (Susteren) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krioelen kronkelen: kronkele (Susteren), wemelen: weemələ (Susteren) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] III-1-2