e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meikoningin meikoningin: meͅik"neŋen (Susteren) Het gebruik om op 30 april of een dag in mei een meisje tot koningin of een jongen tot koning te kiezen [meikoningin]. [N 88 (1982)] III-3-2
meiraap reube: ideosyncr.  reube (Susteren), reup (Susteren) De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)] I-7
meisje meidje: mêtje (Susteren) meisje [SGV (1914)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft aanstaande: aansjtaonde (Susteren), meidje: méétjə (Susteren) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is aanstaande: àànsjtaondə (Susteren), meidje: ⁄t médje (Susteren), verloofde: vərloofdə (Susteren) verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2
meisjeshemd? onderhemd: ongerhumme (Susteren) Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)] III-1-3
meisjesonderbroek? onderboks: onderboks (Susteren), ongerboks (Susteren) Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3
meisjesondergoed meidjesondergoed: maedjes ongergood (Susteren), mèdjes ongergood (Susteren) Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3
meisjespantalon met kanten pijpen meidjesboks: mèdjes bóks (Susteren) meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)] III-1-3
mekkeren meken: mē̜kǝ (Susteren) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12