id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22499 | meikoningin | meikoningin: meͅik"neŋen (Susteren) | Het gebruik om op 30 april of een dag in mei een meisje tot koningin of een jongen tot koning te kiezen [meikoningin]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
33553 | meiraap | reube: ideosyncr. reube (Susteren), reup (Susteren) | De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)] I-7 |
20309 | meisje | meidje: mêtje (Susteren) | meisje [SGV (1914)] III-2-2 |
20366 | meisje met wie een jongen verkering heeft | aanstaande: aansjtaonde (Susteren), meidje: méétjə (Susteren) | het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2 |
20381 | meisje met wie men verloofd is | aanstaande: àànsjtaondə (Susteren), meidje: ⁄t médje (Susteren), verloofde: vərloofdə (Susteren) | verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2 |
18736 | meisjeshemd? | onderhemd: ongerhumme (Susteren) | Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)] III-1-3 |
18734 | meisjesonderbroek? | onderboks: onderboks (Susteren), ongerboks (Susteren) | Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3 |
18583 | meisjesondergoed | meidjesondergoed: maedjes ongergood (Susteren), mèdjes ongergood (Susteren) | Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3 |
18637 | meisjespantalon met kanten pijpen | meidjesboks: mèdjes bóks (Susteren) | meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)] III-1-3 |
34454 | mekkeren | meken: mē̜kǝ (Susteren) | Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12 |