e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Susteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaai met reepjes deeg leddertjesvlaai: #NAME?  leijerkesflaaj (Susteren), ledeerkesvlaai: leierkesvlaaj (Susteren), ruitjesvlaai: ruutjesvlaai (Susteren) Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)] || vlaai waarover ruitvormig reepjes deeg zijn gelegd III-2-3
vlaaienvulling spijs: #NAME?  schpies (Susteren) Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaamse gaai meerkol: mérkol (Susteren), méérkol (Susteren) vlaamse gaai III-4-1
vlag vaan: vaan (Susteren) vlag [SGV (1914)] III-3-1
vlaggen russen: %%de volgende opgave is enkelvoud%%  røš (Susteren) Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b] II-9
vlak, gelijk vlak: vlaak (Susteren) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlaktex vlakte: vlakte (Susteren), vlàktə (Susteren) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlambloem (phlox drummondii hook.) kruisbloem: -  kruutsblome (Susteren) vlambloem III-2-1
vlechten vlechten: vlechte (Susteren), vlèchtə (Susteren) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1
vlechtlatten rijhouter: rījhǫwtǝr (Susteren), steeklatten: šteklatǝ (Susteren) Latten die op korte afstand van elkaar verticaal tussen de regels bevestigd worden. Door de latten worden vervolgens de twijgen gevlochten. [N 4A, 53a; N 31, 45d; Vld] II-9