| 20731 |
vlaai met reepjes deeg |
leddertjesvlaai:
#NAME?
leijerkesflaaj (L432p Susteren),
ledeerkesvlaai:
leierkesvlaaj (L432p Susteren),
ruitjesvlaai:
ruutjesvlaai (L432p Susteren)
|
Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)] || vlaai waarover ruitvormig reepjes deeg zijn gelegd
III-2-3
|
| 20729 |
vlaaienvulling |
spijs:
#NAME?
schpies (L432p Susteren)
|
Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 24266 |
vlaamse gaai |
meerkol:
mérkol (L432p Susteren),
méérkol (L432p Susteren)
|
vlaamse gaai
III-4-1
|
| 21394 |
vlag |
vaan:
vaan (L432p Susteren)
|
vlag [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 30487 |
vlaggen |
russen:
%%de volgende opgave is enkelvoud%%
røš (L432p Susteren)
|
Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b]
II-9
|
| 25003 |
vlak, gelijk |
vlak:
vlaak (L432p Susteren)
|
vlak [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 24914 |
vlaktex |
vlakte:
vlakte (L432p Susteren),
vlàktə (L432p Susteren)
|
vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 20064 |
vlambloem (phlox drummondii hook.) |
kruisbloem:
-
kruutsblome (L432p Susteren)
|
vlambloem
III-2-1
|
| 17751 |
vlechten |
vlechten:
vlechte (L432p Susteren),
vlèchtə (L432p Susteren)
|
lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)]
III-1-1
|
| 30183 |
vlechtlatten |
rijhouter:
rījhǫwtǝr (L432p Susteren),
steeklatten:
šteklatǝ (L432p Susteren)
|
Latten die op korte afstand van elkaar verticaal tussen de regels bevestigd worden. Door de latten worden vervolgens de twijgen gevlochten. [N 4A, 53a; N 31, 45d; Vld]
II-9
|