34584 |
achterwand |
schot:
šot (L432p Susteren)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
30101 |
achterwerkers |
binnenwerkers:
bęnǝwerǝkǝrs (L432p Susteren)
|
Metselstenen voor de binnenste spouwmuur. Volgens de invuller uit L 210 werden de binnenmuren van een goedkopere en zachtere steen opgetrokken. Ze werden na het metselen met een troffel met specie bestreken en met een natte handveger glad gestreken. Het opmetselen van de binnenmuur werd in L 289 en L 289b 'binnenwerk' ('benǝwęrǝk') of 'achterwerk' ('axtǝrwęrǝk') genoemd. Zie voor het woordtype 'boerengrauw' ook het lemma 'Metselsteenkwaliteit' in wld ii.8, pag. 72. [N 31, 35g; monogr.]
II-9
|
21139 |
achterwiel van een fiets |
achterrad:
achterraad (L432p Susteren)
|
het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25967 |
achtkant |
achtkant:
achtkant (L432p Susteren)
|
Algemene benaming voor een achtkante molen. De achtkant kan gedekt zijn met riet, planken, asfalt etc. en behoort tot de bovenkruiers. Zie ook afb. 35. [N O, 32g]
II-3
|
17630 |
adamsappel |
krop:
krop (L432p Susteren)
|
adamsappel [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24438 |
adder |
adder:
ideosyncr.
adder (L432p Susteren),
WBD/WLD
àddər (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17781 |
adem |
adem:
oam (L432p Susteren)
|
adem [SGV (1914)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
adem scheppen:
aom schöppe (L432p Susteren),
oam sjöppen (L432p Susteren)
|
ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
aor (L432p Susteren),
oar (L432p Susteren),
oare (L432p Susteren)
|
ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)]
III-1-1
|
19803 |
afdak |
schop:
sjop (L432p Susteren)
|
afdak [SGV (1914)]
III-2-1
|