18063 |
de stuipen krijgen |
de stuipen krijgen:
sjtuupe kriege (L432p Susteren)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19859 |
de tafel dekken |
dekken:
dèkke (L432p Susteren),
gereedmaken:
gerèjd makə (L432p Susteren)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
26268 |
de vang lichten |
(de) praam aftrekken:
prām āftrękǝ (L432p Susteren)
|
De vang losmaken zodat de molen gaat draaien. Dit gebeurt door aan het vangtouw te trekken waardoor de vangbalk weer aan de vanghaak komt te hangen. [N O, 13c]
II-3
|
19640 |
de was blauwen |
(de) was blauwen:
de wēsj blawe (L432p Susteren)
|
blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
sjpeule (L432p Susteren)
|
spoelen [SGV (1914)]
III-2-1
|
25312 |
decimeter, maat van 10 cm |
decimeter:
deceméter (L432p Susteren),
deesĭĕméétər (L432p Susteren),
palm:
palm (L432p Susteren)
|
de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20808 |
deeg |
deeg:
deig (L432p Susteren)
|
deeg [SGV (1914)]
III-2-3
|
25578 |
deeg afwegen |
afwagen:
āfwǭgǝ (L432p Susteren),
wagen:
wǭgǝn (L432p Susteren)
|
De stukjes deeg afwegen. Men kan met de hand afwegen. Hiertoe wordt het deeg op de bank gebracht en met een steker in stukjes verdeeld die op een balans (schaal) afgewogen worden (Schoep blz. 98). Men kan ook met de afweegmachine wegen. Grote stukken van het deeg worden met de hand uit de trog of kuip gehaald en in de trechter van de afweegmachine geworpen, waarna ze door het mechanisme van de afweegmachine op het gewenste deeggewicht worden verdeeld (Schoep blz. 99). [N 29, 33c; N 29, 30b; N 29, 32a]
II-1
|
25548 |
deeg kneden |
kneden:
knējǝ (L432p Susteren),
knē̜jǝ (L432p Susteren)
|
Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41]
II-1
|
25549 |
deeg kneden met de voeten |
treden:
trejǝ (L432p Susteren)
|
Een eventueel opgegeven object "deeg" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 20c; N 6, 47; N 29, 20b; monogr.]
II-1
|