e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
framboos doemelte: doemelte (Swalmen) I-7
franje franjel: fraanjel (Swalmen), franjǝl (Swalmen) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fret fret: fret (Swalmen, ... ) Fret, een tam bunzingachtig diertje waamee de konijnen uit hun holen worden verdreven [N 94 (1983)] || fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
fris weer het is geen hits: ⁄t is gen hêts (Swalmen), koel: kêûl (Swalmen) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronselen: frunsele (Swalmen), fronsen: frônse (Swalmen) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten snageren: sjnagere (Swalmen), snáágərə (Swalmen) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten fruiten: fruite (Swalmen) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm appelworm: appelwôrm (Swalmen) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuchsia bellenbloem: bellebloom (Swalmen) Fuchsia (fuchsia). Halfheesters of heesters, soms zelfs boompjes met meestal kruisgewijs staande bladeren. De bloemen zijn kelkvormig (bellekesbloem, bel, klok). [N 92 (1982)] III-2-1
fuik fuik: foek (Swalmen) fuik [SGV (1914)] III-3-2