e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swalmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haarvlecht vlecht: vlecht (Swalmen) vlecht [SGV (1914)] III-1-1
haarwrong bol: bólle (Swalmen) haarwrong van een vrouw [knutje, tres, tots] [N 10 (1961)] III-1-1
haas haas: haas (Swalmen, ... ), haas (mv.): hêəs (Swalmen) haas [SGV (1914)] || Haas, zonder onderscheid van geslacht [N 94 (1983)] || hazen [SGV (1914)] III-4-2
haasje-over bokspringen: boeksjpringe (Swalmen, ... ), būksjpreŋə (Swalmen) Haasje-over springen. || Het spel waarbij elke speler op zijn beurt achtereenvolgens over al de anderen die voorovergebogen, met de handen op de knie, op een rij staan, heenspringt [pieën, over het lijfje springen, bokspringen, voetje, broek over de haag]. [N 88 (1982)] III-3-2
haast hebben drijven: drieve (Swalmen), jagen: jage (Swalmen) door haast gedreven zijn, uit gejaagdheid zich haasten [jachten, jakken] [N 85 (1981)] III-1-4
haastig haastig: hèùstich (Swalmen), hø͂ͅstig (Swalmen), hortig: hortig (Swalmen) haastig [SGV (1914)] || vol ongeduld of blijk gevend van zijn ongeduld [haastig, hacht, drij] [N 85 (1981)] III-1-4
hagedis ektis: êkdes (Swalmen) (muur)hagedis [SGV (1914)] III-4-2
hagelen hagelen: haachelə (Swalmen) hagelen [SGV (1914)] III-4-4
hagelkruis hagelkruis: hagelkruuts (Swalmen) Een in het veld geplaatst kruis ter bescherming van de oogst tegen hagelscha-de [hagelkruus, hagelkruuts?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hagelsteen, hagelkorrel hagelkorrel: haachelkorrel (Swalmen), hagelsteen: haachelsjtein (Swalmen), haachəlstein (Swalmen), hachelsjtein (Swalmen) hagelsteen [SGV (1914)] || hagelsteen, hagelkorrel [N 22 (1963)] III-4-4